Het Chinese porselein doorheen de dynastieën

Men onderscheidt Chinees porselein naar de dynastieën: T’ang (618-907), Song (960-1279), Yuan (1279-1368), Ming (1368-1644) en Qing (1644-1912). Tijdens de Ming en de Qing maakt men bovendien onderscheid naar de in totaal 20 keizers.

De Chinese keramiektraditie is zeer oud: ruim 4000 jaar. Echt porselein stamt uit de T’ang-tijd. Toen begon ook de uitvoer naar het Midden-Oosten. Tijdens de Song-dynastie verrezen de porseleinfabrieken bij tientallen. Songporselein is vanwege de vorm, de monochrome kobaltblauwe of –rode decoraties en het fraaie glazuur, zoals het groengrijze Celadon bekend. Men experimenteerde met emailkleuren.

De Ming-periode bracht een hoogtepunt in de porseleinkunst met het ontwikkelen van nieuwe technieken, zoals de drie- en vijfkleurentechniek, alsook met de uitvoer van Chinees porselein naar Europa. China leverde niet enkel porselein maar ook thee, ruwe zijde, zijden en katoenen stoffen en kruiderijen, terwijl porselein als een nevenartikel werd verkocht. In de loop van de tijd is de thee echter opgedronken, de zijde is vergaan en zo is het porselein overgebleven als hét voorbeeld van de handel en interactie tussen China en het Westen.
  • Twee vazen, kraakporselein, eind 16de eeuw
    Twee vazen,
    kraakporselein,
    eind 16de eeuw
    Kraakporselein: blauw-wit porselein oftewel “Bleu de Chine” Het kraakporselein was meestal ongemerkt en steeds beschilderd met blauwe motieven. Voor de kleur blauw werd kobaltoxide gebruikt. Dit werd aangelengd met water en vervolgens werd de versiering op het gedroogde, maar nog niet gebakken, porselein geschilderd. Over de schildering werd een laag glazuur aangebracht en vervolgens werden de stukken gebakken. Kobaltoxide was de enige gemakkelijk toepasbare kleur die bestand was tegen deze hoge temperaturen. Westerse vormen en decors op kraakporselein zijn zeer schaars.
  • Overgangsporselein (1626-1661) heeft een dikkere scherf, helder wit glazuur en is van betere kwaliteit. Deze periode wordt de Overgangsperiode genoemd, naar de overgang van de oude Ming-dynastie naar de Qing-dynastie die met geweld door de Mandsjoes uit het noorden werd gevestigd. De export van Chinees porselein werd door deze burgeroorlog vrijwel stilgelegd.
  • Drie Chine de commande wapenborden, 18de eeuw
    Drie Chine
    de commande wapenborden,
    18de eeuw
    Toen bleek dat de Chinese porseleindecorateurs niet afwijzend stonden tegenover het werken naar Westerse voorbeelden ontstond een merkwaardige vorm van Chinees exportporselein: het Chine de commande. Allerlei vormen uit het Europees vaatwerk komen voor: van tulpenvazen tot terrines, van serviesgoed tot theekopjes, schoteltjes, schenkkannen, bierpullen, scheerbekkens en botervloten. Modellen in hout, zilver, tin, keramiek of glas werden aan de Chinezen geleverd als voorbeeld. Ook het decor wordt op bestelling aangepast aan de Westerse smaken en voorkeuren. Voorstellingen en tekstfragmenten van de Westerse samenleving worden weergegeven door de ogen van een oosterling, zoals taferelen uit de Bijbel, familiewapens, ... Gravures met historische gebeurtenissen, galanterie, klassieke mythologie, portretten en Europese landschappen waren populair en werden als voorbeeld geleverd. Vaak is de voorstelling gespiegeld ten opzichte van de voorstelling op de prenten. In dat geval is zeer waarschijnlijk een kopie van de gravure als voorbeeld gebruikt. De kopieën werden in Europa vervaardigd voor commercieel gebruik, en waren goedkoper dan de originele prenten. Net als het ‘gewone’ porselein was het Chine de commande aanvankelijk gedecoreerd in een onderglazuur blauwe kleur. Maar deze vroegste voorbeelden van Chine de commande zijn zeer zeldzaam. Het Chine de commande verschilde daarmee in vorm en decor van dat voor de eigen Chinese markt.


Paar balustervazen, famille verte, 19de eeuw
Paar balustervazen,
famille verte,
19de eeuw
Tijdens de Qing-dynastie en meer bepaald onder keizer Kangxi (1662-1677) werd als vanouds porselein met blauwe onderglazuurbeschilderingen vervaardigd, maar brak ook de tijd aan van het mooie polychroom beschilderde exportporselein. Naar de overheersende grondkleuren heeft men dit in ‘families’ opgedeeld:
  • famille jaune: waarin een gele ondergrond overheerst, waarop bomen, bloeiende takken en vogels in groen, aubergine en wit.
  • famille noire: met dus een zwarte achtergrond, maar dit mislukte vaak en is daarom zeldzaam.
  • famille rose: een roze fond en vooral decoraties van hanen, hennen, vlinders, bloemen, …
  • famille verte: de fondkleur is groen en het decor vaak hetzelfde als dat van blauwwit
Maar er waren ook andere stijlen: zoals encre de Chine, uitsluitend zwarte lijnen vaak gecombineerd met goud, en Chinees Imari, een imitatie van bont beschilderd Japans porselein.

Tijdens de periode van Yongzheng (1723-1735) en Qianlong (1736-1795) werd eierschaalporselein vervaardigd dat door zijn productieproces zeer dunwandig is en enkel uit glazuur lijkt te bestaan alsook onbeschilderd porselein oftewel “Blanc de Chine”. Na keizer Ch’ien-Lung, dus aan het begin van de 19de eeuw, trad een toenemend verval in.